De afgelopen maand mei telden we 988 faillissementsuitspraken. In vergelijking met de maand mei 2021- we noteerden toen 508 uitspraken- meten we een stijging van het aantal faillissementen van +94,49%.

Dat is dus bijna een verdubbeling en ten opzichte van mei 2020 zelfs een verdrievoudiging.

Concreet zien we nu acht maanden opeenvolgend, maand na maand, een steeds uitgesprokener stijging (alleen in april jongstleden zagen we een knik in de stijging) van het aantal faillissementsuitspraken. Afgelopen maand mei was zelfs de op twee na zwaarste meimaand ooit. Enkel in de meimaanden van 2019 (1.101 uitspraken) en 2017 (1.035 uitspraken) noteerden we een hoger aantal.

Deze cijfers wijzen erop dat de reeds lang verwachtte faillissementenstroom als gevolg van de covidperiode nu geleidelijk aan steeds sterker aanzwengelt.

Dat is niet in het minst het gevolg van het sterk toenemend aantal dagvaardingen ter faling vanuit verschillende overheidsinstanties, de RSZ-administratie in het bijzonder, maar ook het gevolg van het nu geleidelijk aan aflopen van de betaaluitstellen die door diezelfde instanties in het begin van de covidperiode werden toegekend.

Faillissementen per gewest

'De hogere faillissementsaantallen voor de maand mei zien we in elke regio en in elke provincie.

Binnen het Vlaamse Gewest meten we zelfs met 566 uitspraken een absoluut mei-record (stijging tov mei 2021 van +140,69%). We meten hierbij record-meimaanden binnen de provincie Antwerpen (252 uitspraken en +200%) en Vlaams Brabant (68 uitspraken en +183,33%). In West-Vlaanderen wordt het record van mei 2013 geëvenaard (86 uitspraken en +126,32%.

Binnen het Waalse Gewest is de stijging van +23,4% ten opzichte van mei verleden jaar geringer.

Vele bedrijven werden gedurende de covid-crisis efficiënt ondersteund door het ruime scala aan maatregelen die onze overheden namen. Daarnaast brachten vooral kleinere ondernemers ook massaal privévermogen (terug) in hun zaak, waarbij velen hun privévermogen (en hun privé-pensioenfonds) volledig uitputten.

De effecten van de recentere schokken - vaak als gevolg van de covidperiode -, waaronder de verder aanwassende inflatie, materiaaltekorten, arbeidsschaarste, maar ook het veranderende consumentengedrag betekenen voor vele van die kleinere ondernemingen de finale doodssteek.

De recentere Oekraïne perikelen versterken dit alles, maar zijn als 'oorzaak an sich' nog niet meetbaar in de faillissementenhausse.

Bekijken we de cumul van het aantal faillissementen vanaf begin dit jaar tot eind mei dan meten we binnen het Vlaamse Gewest een stijging ten opzichte van dezelfde periode verleden jaar van + 69,87% (960 meer dan verleden jaar). Binnen het Brusselse een stijging van +78,6% (een stijging van 360) en binnen het Waalse Gewest een stijging van + 15,06% (een stijging van 118).

In de eerste vijf maanden van dit jaar kwamen er 6.711 banen op de tocht te staan als gevolg van het faillissement van de werkgever.'